Human Capital 09-05-2022
Gerlinde Schrijver

Maritieme Jongerenambassadeur Gabriëla: ‘Je ziet de zon opkomen en ondergaan’

Als scholier hield TVM haar letterlijk bij de tijd. Daarna koos ze een kant die voor inwoners uit Hoogeveen vrij ongebruikelijk is: het water. Met diezelfde vastberadenheid maakt de pas 24-jarige Gabriëla van der Wilt nu carrière als tweede stuurman op de immense ferry’s van Stena Line.

 

De opmerkelijke geschiedenis van een meisje-met-een-missie uit Hoogeveen verpakt Gabriëla van der Wilt onbedoeld achteloos in drie zinnen. “Mijn ouders raakten bevriend met mensen die zeilden. Daardoor zijn ze het zelf ook gaan doen. En nu ben ik hier…”

 

Ze staat op het punt te vertrekken naar Harwich. In een werkweek vaart ze zeven keer uit naam van rederij Stena Line heen en weer tussen Hoek van Holland en de Engelse havenstad. Tijdens de oversteek bevindt ze zich op de brug op de twaalfde verdieping van de reusachtige veerboot, met 1200 passagiers en een sliert auto’s en vrachtwagens letterlijk aan haar voeten. En toch zegt ze broodnuchter:

“Eigenlijk ben je net een buschauffeur… Natuurlijk vraagt het scherpte van je. Als je niet oplet, krijg je ongelukken en dan heb je wel erg veel mensen aan boord. Maar verder kun je het vergelijken met een kantoorbaan. Soms heb je niet eens door dat je vaart vanwege de stabilisatoren die het schip recht houden bij hoge golven. Je ligt zo vast als een huis en steekt zo geruisloos de Noordzee over.”

 

Grote klok

Ze groeide op als enig kind in de wijk Erflanden, in het zuidwesten van Hoogeveen. “Op weg naar school fietste ik altijd langs het TVM-gebouw. Er stond een reclamebord op het dak met daaronder een digitale klok. Voor mij was dat een soort baken. Bij dat punt keek je omhoog en wist je of je het ging halen of dat je nog even stevig door moest trappen.” Toen haar ouders hun nieuwe hobby hadden ontdekt, huurden ze in de vakanties steevast een zeilboot. “Meestal deden we een rondje Nederland. Stukje Friesland, Markermeer, IJsselmeer, zo naar beneden. En één keer zijn we overgestoken naar Engeland. Bijna dertien uur zeilen, dat was best pittig.”

 

Altijd als ze langs Terschelling kwamen, viel haar oog op het opvallende gebouw van Maritiem Instituut Willem Barentsz. In de volksmond: de zeevaartschool. “Ik vond het vooral een mooi eiland. Daar zou ik best willen wonen, dacht ik vaak. Als ik er nou ook nog kan studeren… Varen was geen roeping. Ik was gewoon erg aan het zoeken. Het is echt ontzettend lastig om op je zestiende te moeten bepalen wat je de rest van je leven gaat doen. Iets in de techniek, opperde mijn vader, dan heb je tenminste een baangarantie. Zo ben ik in 2014 op Terschelling begonnen met hydrografie, waarbij je leert zeekaarten te maken. Maar halverwege voelde ik: dit is het niet. Varen vond ik leuker dan meten. Gelukkig kon ik, in hetzelfde gebouw, een switch maken naar de opleiding Maritiem Officier.”

 

Er was niettemin een belangrijk offer dat Van der Wilt moest brengen. Ze ruilde de veilige huiselijke omgeving in voor een internaat op een Waddeneiland. “Van enig kind naar constant mensen om je heen: dat is een reuzenstap. Kom je ineens op zo’n campus, waar je een huis en twee badkamers moet delen met 12 mensen… Je lag met z’n tweeën op een kamer. Superheftig allemaal. In die vier jaar ben ik enorm veranderd. De zelfstandigheid zat er al in, vanwege mijn achtergrond. Ik red me goed alleen en weet wat ik wil. Maar ik heb juist heel erg moeten leren mensen aan te voelen, mee te gaan in een groep en mee te denken.”

 

Vastberadenheid

Vanaf het moment dat ze de opleiding had afgerond, ging het hard. En gaf wederom haar vastberadenheid een doorslaggevend zetje.

“Je hebt best veel verschillende banen waar je kunt beginnen als maritiem officier, het hoeft niet per se op zee te zijn. Ik ben wel iemand die pas solliciteert als ik echt gecharmeerd ben van het hele bedrijf en die functie dolgraag wil hebben. Stena Line trok me, terwijl ik wist dat ze daar in principe geen mensen zonder ervaring aannemen. Toch stuurde ik een brief met mijn cv. Kijk maar wat u ermee doet. Zo stond ik erin, ik had niets te verliezen. De volgende dag werd ik gebeld, ik kon gelijk langskomen. Als ik ergens mijn zinnen op heb gezet, kun je dat duidelijk aan mij merken. Ik denk dat ze door mijn enthousiasme werden aangestoken.”

“In het sollicitatiegesprek waren ze meteen duidelijk. Je bent erg jong, ben je wel klaar voor dit werk? Want het is een grote verantwoordelijkheid. Vooral ’s nachts, dan sta je samen met een matroos op wacht. Je bent altijd met z’n tweeën, om elkaar scherp te houden en op het verkeer te letten. Zodra ik het echt niet vertrouw, bel ik de kapitein. Maar over het algemeen moet je zelf beslissingen nemen. Als de situatie onder controle is en er komt een schip aan waar ik vrij eenvoudig omheen kan, doe ik dat zelf.”

 

Gastanker

Na een week varen is ze telkens een week thuis. Voor Gabriëla van der Wilt is dat tegenwoordig Sneek. Daar woont ze samen met haar vriend, die eerst bij de koopvaardij heeft gewerkt en nu ook vaart als marineofficier. “Mijn eerste stage was op een cruiseschip. Zes maanden weg… Daarna vijf maanden op een gastanker van Shell. Doordat mijn vriend ook vaart wilde ik ergens gaan werken waar je iets regelmatiger thuis bent. Anders kun je samen nooit iets opbouwen. Ik ben minder lang weg dan in de normale zeevaart. Maar ik ben wél op zee… Voor mij blijft dat het mooiste gevoel. Op de brug ben je omringd door ramen. Je hebt een vrij uitzicht. Je ziet de zon opkomen en ondergaan. Dat zijn heerlijke, rustgevende momenten.”

 

De twee stages waren een nuttig verlengstuk van de opleiding. Buiten de schoolmuren werd ze losgelaten in een wereld die door mannen wordt gedomineerd. “In de tijd bij Shell werkte ik veel met Indiërs en Kroaten. Ik heb veel geleerd. Over mezelf, maar ook over mensen die heel anders in het leven staan. Je leert hoe het is om je steeds weer te moeten aanpassen. Dat je in een team komt werken en even voelt: hoe is de sfeer, hoe werken we? En dat je daar dan in meegaat. Maar ik heb nooit koudwatervrees gekend. Van tevoren weet je dat de zeevaartschool voor negentig procent bestaat uit mannen die samen graag een biertje doen en hun eigen humor hebben. Soms ging het bij mij het ene oor in en het andere weer uit. Je moet ertegen kunnen, anders hou je het niet vol.”

 

Jongerenambassadeur

Dat Gabriëla van der Wilt een uitgesproken mening heeft en haar vak verstaat, is inmiddels ook doorgedrongen tot de bestuurskringen van de maritieme sector. Sinds kort fungeert ze officieel als jongerenambassadeur bij Nederland Maritiem Land. Een van haar kerntaken dit jaar is het vak meer bij jonge meiden onder de aandacht brengen. In dat kader zal ze ook banenmarkten en middelbare scholen bezoeken. De Groene Driehoek in Hoogeveen staat logischerwijs hoog op haar lijst. Dan is de cirkel gevoelsmatig rond.

“Toen ik daar vroeger vertelde dat ik wilde gaan varen, wist niemand waar je dat kon leren. Want mensen uit Hoogeveen komen niet zo snel in aanraking met water. In 2014 was ongeveer tien procent van mijn opleiding vrouw. Nu zit het al ergens tussen de vijftien en twintig procent. Aan de hand van mijn eigen ervaringen wil ik meisjes die zoekende zijn graag vertellen dat de wereld aan het veranderen is.”

 

Bron: TVM Verzekeringen

 

Tekst: Yoeri van den Busken